Alle vragen op een rij
Vragen webinar
In de begroting van SZW is geen extra budget opgenomen voor het UWV. Betekent dit dat de kosten weer bij de werkgever terechtkomen?
Er zit nog gereserveerd geld in het Arbeidsongeschiktheidsfonds, dat door werkgevers is opgebracht en eerst zal worden aangesproken. Het klopt echter dat de rekening van de uitvoeringsproblemen bij het UWV uiteindelijk bij de werkgever komt te liggen. In de Miljoenennota is hiervoor geen extra geld voor opgenomen, en ook wordt er door de minister geen geld verstrekt aan het AOF voor de extra WGA-instroom als gevolg van de vereenvoudigde WIA-beoordeling. De werkgeverorganisaties zouden hier wellicht actiever bovenop kunnen zitten.
Waarom stopt de vereenvoudigde WIA-keuring, de 60-plusregeling, terwijl het UWV nog zoveel achterstanden heeft en er een tekort is aan verzekeringsartsen?
De vereenvoudigde WIA-keuring werd ingevoerd om de achterstanden bij de WIA-keuringen in te lopen. De minister heeft destijds aangegeven dat de extra kosten van de extra WGA-instroom door het ministerie van SZW zouden worden gedragen, een bedrag van ongeveer 130 miljoen euro. De hoge kosten kunnen een reden zijn om te stoppen met de maatregel. Daarnaast is het vermoedelijk bedoeld om te voorkomen dat deze regeling als een soort pre-VUT-voorziening gaat fungeren. Mensen die nog arbeidsvermogen hebben, komen namelijk toch in de WGA 80-100% regeling, en het is lastig om hen dan weer richting werk te stimuleren.
Bij 64% werkt de werknemer grotendeels en zal de WIA-uitkering en daardoor de premiestijging ook kleiner zijn. Een tevreden werknemer is toch ook belangrijk?
Inderdaad, een tevreden werknemer is belangrijk en het ultieme doel. Als een werknemer werkt, is de loongerelateerde uitkering lager. De loonaanvulling moet echter nog steeds worden betaald. Als er rekenfouten worden gemaakt die gecorrigeerd moeten worden, kan dit alsnog om aanzienlijke bedragen gaan, vooral als het om duizenden gevallen gaat. Er is een vermoeden dat werknemers die te weinig ontvingen zelf in bezwaar zijn gegaan, maar er is nog veel onduidelijk.
Blijft in 2026 de regeling bestaan dat werkgevers een transitievergoeding moeten betalen aan medewerkers met een IVA-uitkering (eventueel met verkorte wachttijd)?
Er is op dit moment niet gesproken over het veranderen van de regeling rondom de transitievergoeding. Het is echter waarschijnlijk dat werkgevers vaker zullen kiezen voor slapende dienstverbanden. In zo’n geval kan de werknemer via de rechter het dienstverband laten beëindigen, zoals mogelijk is op basis van het Xella-arrest. Voor de IVA-groep lijkt dat de situatie te zijn. Of de rechter deze uitspraak nog gaat wijzigen, nu er voor grote en middelgrote bedrijven geen compensatie voor de transitievergoeding meer bestaat, is nog onduidelijk. Voor kleine werkgevers blijft deze compensatieregeling wel bestaan.
In de plannen staat dat de compensatie voor de transitievergoeding eindigt op 1 juli 2026, klopt dat?
Dat klopt helemaal. De datum van 1 juli 2026 staat ook in de sheets. Het is mogelijk dat er sprake was van een verspreking.
Zijn er wijzigingen in de plannen van 'Octas Beter' die invloed hebben op inkomensadviseurs?
Ja, de plannen van OCTAS hebben zeker invloed op inkomensadviseurs. Als het voorstel ‘BETER’ wordt ingevoerd, zal er geen markt meer zijn voor WGA-hiaatverzekeringen. Ook zal het eigenrisicodragerschap WIA veranderen en zullen verzekeraars een groter succes moeten maken van de re-integratie. Het omzetten van WGA naar IVA zal dan niet meer mogelijk zijn, omdat er één nieuwe WIA-regeling komt zonder onderscheid tussen WGA en IVA.
Mijn klant heeft nu een AOV-budgetpolis. Is het zinvol deze uit te breiden zodat een opt-out straks eenvoudiger is?
Het moet wel gaan om periodiek uitkerende verzekeringsproducten betreffen die bedoeld zijn langdurig het arbeidsongeschiktheidsrisico af te dekken. Producten die niet langdurig het arbeidsongeschiktheidsrisico afdekken (zoals een broodfonds), vallen daardoor niet onder het overgangsrecht. Als het een budgetpolis is met een beperkte dekking (bijv. alleen bij ernstige aandoeningen) dan voldoet die niet aan de voorwaarden voor een opt-out.
Zie het toetsingskader dat de private verzekering minimaal dezelfde dekking heeft als de basisverzekering arbeidsongeschiktheid zelfstandigen (BAZ).
Onder minimale dekking wordt verstaan dat de private verzekering:
- een wachttijd van niet langer dan één jaar kent;
- bij arbeidsongeschiktheid een uitkering verstrekt tot ten minste de AOW-gerechtigde leeftijd van de betreffende zelfstandige;
- bij arbeidsongeschiktheid een uitkering verstrekt die qua hoogte tenminste gelijk is aan de uitkering die de publieke verzekering zou bieden;
- ten minste als arbeidsongeschikt beschouwt diegene, die als gevolg van ziekte of gebrek niet meer met arbeid ten minste het wettelijk minimumloon per maand kan verdienen;
- geen medische uitsluitingen bevat, die ertoe kunnen leiden dat bij het intreden van bepaalde ziektebeelden geen recht op uitkering ontstaat.
Wat is er eigenlijk ooit gebeurd met de premiereserve destijds vanuit de WAZ?
Goede vraag. De premie van de WAZ was destijds zo hoog dat er veel reservevorming is ontstaan. Deze reserves zijn aangesproken om het uitlooprisico van de WAZ te betalen. Hoewel de premieheffing in 2004 is gestopt, lopen de uitkeringen uit de WAZ nog steeds door.
Hoe zit het met AOV’s waarbij een uitsluiting voor psychische klachten geldt? Voldoet deze AOV dan aan de dekkingsvoorwaarden?
Nee, een AOV met een uitsluiting voor psychische klachten biedt niet voldoende dekking. Het toetsingskader schrijft voor dat er geen medische uitsluitingen mogen zijn die ertoe leiden dat bepaalde ziektebeelden niet onder de dekking vallen. Als psychische klachten zijn uitgesloten, is een groot deel van het risico niet gedekt en moet de betreffende persoon deelnemen aan de verplichte AOV.
Is het als 60-jarige verplicht om een AOV af te sluiten?
Ja, iedereen doet mee met de verplichte AOV tot het moment dat de AOW-gerechtigde leeftijd is bereikt. De premie is verschuldigd tot de AOW-leeftijd. Dit doet de Belastingdienst ook al voor de Inkomstenbelasting en de inkomensafhankelijke bijdrage voor de Zorgverzekeringswet.
